‘Solliciteren bij de Noordzee’ ging in Schotland te rade bij kunstenaar Hanna Tuulikki. Haar praktijk kun je omschrijven als ‘mimesis’. Tuulikki bootst dieren na, verdiept zich in hun gewoonten en in de plaatselijke cultuur voor zover deze dieren daarin een rol spelen. In de vroege ochtend, en bij doodtij, introduceerde ze Arita bij zeehonden die uit het zicht op een zandbank de komst van het zeewater afwachtten. Tuulikki zong een ‘seal calling song’. De melancholieke klanken lokten de ene na de andere zeehond naar de zangeres aan de waterrand. Zeehonden spelen een grote rol in de Schotse cultuur. Selkie-verhalen gaan over zeehonden die tijdelijk mens worden. En Tuulikki’s lied baseerde ze op oude liederen die werden gezongen voor geliefden die op zee waren omgekomen. Het zou immers kunnen dat de ziel van de verdronkenen een nieuw thuis had gevonden bij een zeehond. Staande naast Tuulikki en kijkend naar de ronde hoofden met daarin onderzoekende grote ogen… leek die verklaring opeens heel plausibel.