Klimaatdichters spraken op 26 augustus af aan het strand van Scheveningen om te luisteren naar de zee. We volgden het ebbende water en stonden in onstuimige golven die ons met haakjes naar zich trokken. De gesprekken met de zee zullen we niet licht vergeten, wat een dynamiek en wat een aantrekkingskracht oefende de zee die dag op ons uit. De kleren gingen uit, als dolfijnen speelden we met bruisend schuim en schurend zand. Regelmatig schreven ieder van ons een ervaring of gedachte in het zand, zodra de zee weer aan land kroop verdwenen de woorden in de golven. Aan het eind van de dag droegen we onze gedichten op aan de zee en de wind.